O mijn God, Drie-eenheid die ik aanbid, help mij mijzelf helemaal te vergeten om mijn intrek te nemen in U, rustig in vrede, als was mijn ziel al in de eeuwigheid. Moge niets mijn vrede verstoren, niets mij wegtrekken uit U, o mijn Onveranderlijke, maar dat elke minuut mij verder binnenvoert in de diepte van uw Mysterie. Breng mijn ziel tot rust maak er uw hemel, uw geliefde thuis waar U rusten kan. Dat ik U daar nooit alleen laat, maar er met heel mijn wezen aanwezig ben, heel wakker in mijn geloof, heel en al aanbidding, helemaal prijsgegeven aan uw scheppende Kracht.
O mijn Christus, uit liefde gekruisigd, ik zou een bruid willen zijn voor uw Hart, U met heerlijkheid bekleden, U liefhebben… tot ik ervan sterf! Maar ik voel mijn onmacht en ik vraag U: „bekleed mij met uzelf", maak mij innerlijk één met al de verlangens van uw ziel, overrompel mij, neem mij in uw bezit, alle plaats voor U, opdat mijn leven enkel een uitstraling van uw Leven zij. Kom in mij als Aanbidder, als Verzoener en als Redder.
O eeuwig Woord, Woord van mijn God, ik wil mijn leven doorbrengen luisterend naar U, ik wil mij volkomen laten onderrichten om alles van U te leren. Zo wil ik, door alle nachten, alle leegte, alle onmacht heen, altijd mijn blik vast op U vestigen en verblijven in uw groot Licht. O mijn geliefde Ster, boei mij zozeer dat ik uw lichtkrans nooit meer verlaten kan.
O verterend Vuur, Geest van liefde, „kom over mij", opdat er in mijn ziel net als een menswording van het Woord gebeurt: dat ik Hem nog een menszijn erbij kan aanbieden, waarin Hij heel zijn Mysterie opnieuw doorleven kan. En Gij, O Vader, buig U neer over uw arm, klein schepseltje, „overschaduw haar", zie in haar nog enkel de „Geliefde in wie Gij heel uw vreugde vindt".
O mijn Drie, mijn Alles, mijn Zaligheid, oneindige Enige, Onmetelijkheid waarin ik mij verlies, ik lever mij aan U over als een prooi. Berg U in mij opdat ik mij berg in U, wachtend om in uw licht de afgrond van uw grootheden te gaan schouwen.